Kook de eieren:
Doe de eieren in een pan met koud water.
Breng het water aan de kook en laat het 10 minuten koken.
Giet de eieren af en laat ze schrikken onder koud water om het kookproces te stoppen.
Pel de eieren en snijd ze in plakjes.
Bereid de bechamelsaus:
Smelt de boter in een pannetje op laag vuur.
Voeg de bloem toe en meng krachtig tot een blonde roux ontstaat.
Giet de melk er geleidelijk bij en blijf voortdurend kloppen om klontjes te voorkomen.
Breng het aan de kook, zet het vuur lager en laat het een paar minuten sudderen. Roer regelmatig.
Voeg de crème fraîche, nootmuskaat, zout en peper toe.
Stel de gratin samen:
Lees op de volgende pagina