5. Laat het zitten: Nadat je het mengsel hebt aangebracht, sluit je de ovendeur en laat je het een paar uur of een hele nacht staan. Hierdoor kunnen de reinigingsmiddelen werken aan het losmaken van vuil en vlekken.
6. Schrobben en spoelen: Gebruik na de weekperiode een spons of doek om de binnenoppervlakken van de oven te schrobben. Besteed speciale aandacht aan hardnekkige vlekken of olieachtige plekken. Spoel de spons of doek regelmatig af en blijf schrobben totdat de oppervlakken schoon zijn.
7. Afvegen en drogen: Gebruik een schone, vochtige doek of spons om de binnenkant van de oven af te vegen en eventuele resten van het reinigingsmengsel te verwijderen. Droog de oppervlakken vervolgens grondig af.
8. Maak de ovenrekken schoon: Neem de ovenrekken die u eerder opzij heeft gezet en maak ze schoon met een geschikte methode, bijvoorbeeld door ze in heet zeepwater te laten weken of met een speciaal voor ovenrekken bedoeld reinigingsmiddel.
Het is belangrijk op te merken dat het gebruik van vaatwastabletten om uw oven schoon te maken geen goedgekeurde methode is door ovenfabrikanten, en dat de effectiviteit kan variëren afhankelijk van de ernst van het vuil en de vlekken uit de oven. Voor hardnekkig vet of ingebrande resten moet u mogelijk speciale ovenreinigers of andere gespecialiseerde reinigingsmethoden gebruiken.
Wees altijd voorzichtig en volg de instructies van de ovenfabrikant om een veilige en effectieve reiniging te garanderen