Verwarm de oven voor op 160°C. Bekleed een springvorm van 23 cm met aluminiumfolie om een waterdichte afsluiting te creëren.
Meng graham cracker kruimels, bruine suiker en gesmolten boter in een kom. Meng goed en druk gelijkmatig in de bodem en zijkanten (½–⅔ omhoog) van de pan.
Bak het 10 minuten en laat het afkoelen. Laat de oven aanstaan.
3. Bereid de cheesecakevulling:
Klop de roomkaas en de suiker in een grote kom tot een glad mengsel.
Voeg maizena en afgekoelde gezouten karamelsaus toe en meng tot het gemengd is. Schraap de zijkanten van de kom indien nodig.
Voeg de zure room toe en mix op lage snelheid.
Klop de eieren en dooier lichtjes door elkaar en spatel ze door het beslag. Meng tot ze net gemengd zijn om overwerken te voorkomen.
4. Bak de cheesecake:
Giet het beslag over de bodem en strijk de bovenkant glad.
Plaats de springvorm in een braadpan. Giet heet water in de braadpan tot het ongeveer 2,5 cm de zijkant van de springvorm bereikt.
Bak gedurende 60 minuten, of tot de randen gaar zijn en het midden een beetje wiebelt.
Zet de oven uit en laat de cheesecake 30 minuten afkoelen in de oven met de deur op een kier. Haal hem daarna uit het waterbad en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
Zet de cheesecake een nacht in de koelkast.
5. Serveren:
Haal de cheesecake uit de springvorm en leg hem op een serveerschaal.
Verdeel een laagje karamelsaus over de bovenkant en bestrooi met grof zout of zeezoutvlokken.
Snijd met een scherp mes, veeg het lemmet tussen de sneden door voor schone plakken. Serveer met extra karamelsaus.
