Haal de biefstuk minimaal een half uur voor het bakken uit de koelkast, totdat deze op kamertemperatuur is. Dit is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de steaks gelijkmatig gaar worden.
Bestrooi de biefstuk rijkelijk met kruiden voordat u hem gaat bakken. Bestrooi beide kanten met flink wat zout en peper en hussel het geheel tot het goed bedekt is.
Verhit een koekenpan. Als u twee plakken biefstuk wilt bakken, zorg er dan voor dat de pan groot genoeg is om de plakken comfortabel te kunnen bevatten. Anders kunt u twee pannen gebruiken en deze tegelijkertijd verwarmen. Doe de biefstuk in de pan en bak op middelhoog vuur gedurende 2 tot 3 minuten aan elke kant (afhankelijk van de gewenste dikte en gaarheid). Als richtlijn geldt dat een biefstuk van 3 cm na 5 minuten gaar moet zijn. Als u een vleesthermometer hebt, moet de kerntemperatuur 50°C zijn voor rare, 60°C voor medium en 70°C voor well done.
Nadat u de biefstuk eenmaal hebt omgedraaid, voegt u de boter, tijm en knoflook toe en roert u een minuut lang. Om dit te doen, kantel je de pan naar je toe totdat de boter zich op de bodem van de pan verzamelt. Giet de boter vervolgens meerdere keren over de biefstuk.
Haal de biefstuk uit de pan en laat hem 5 minuten rusten. Sla deze stap niet over, het is essentieel. Tijdens het koken blijven de vleesdeeltjes aan elkaar plakken. Als je de biefstukken dus direct na het koken snijdt, lekken alle sappen die op de plank liggen eruit. Door de rusttijd kunnen de deeltjes ontspannen en hun vocht weer opnemen. Hierdoor gaan er geen heerlijke sappen verloren tijdens het snijden.
Snijd de biefstukken in reepjes, breng op smaak en serveer met bijgerechten en een saus naar keuze.
