De oven voorbereiden: De eerste stap bij het koken is het voorverwarmen van de oven op 220°C.
Bereid de appels voor: scheid het klokhuis, de schil en de partjes. Om ze wat zachter te maken, bedek je ze met water en laat je ze in een pan op middelhoog vuur ongeveer 4 minuten koken. Zodra het mengsel is afgekoeld, haal het van het vuur en roer de suiker erdoor.
Om het bladerdeeg te maken, snijdt u eerst twee vellen in de lengte doormidden. Verdeel vervolgens elke helft in drie gelijke rechthoeken. Uiteindelijk heb je zes onderdelen.
Om het deeg samen te stellen, maakt u de randen van een rechthoek deeg nat, doet u er een beetje van het afgekoelde appelmengsel op en legt u er een ander rechthoek deeg op, deze keer met inkepingen. Sluit af door de randen tegen elkaar te drukken. Maak opnieuw zes appelpercelen volgens deze procedure.
Leg de pakketjes op een met bakpapier beklede bakplaat en zet ze in de oven. Strooi er nog wat suiker overheen voor een zoet, knapperig geheel.
lees verder op de volgende pagina